Deze voordracht handelde grotendeels over de interaktie van de Saalien ijskap met de ondergrond en de sedimentvervorming die daarbij optreedt. Vooral het ontstaan van stuwwallen werd belicht. De vorm van een ijskap is sterk afhankelijk van de ondergrond waarop deze zich voortbeweegt. Een ijsmassa die zich over een harde ondergrond verplaatst krijgt een paraboloische vorm, als een ijsmassa over water gaat neemt deze een plaatvorm aan. Het gedrag van een ijskap wordt dus in hoge mate bepaald door de snelheid waarmee het basale smeltwater weg kan.