De vorige Lapilli was helemaal gewijd aan de laatste ontwikkelingen op het gebied van menselijke evolutie. Dat is en blijft een beetje een frustrerend onderwerp. Aan de ene kant omdat steeds duidelijker wordt dat we eigenlijk nog maar heel weinig weten. Toen er nog maar een paar fossielen bekend waren, was het gemakkelijk om daar even snel een stamboom doorheen te trekken. Maar de vondsten nemen toe en het wordt er allemaal niet gemakkelijker op. En met de toename van de vondsten neemt de hoeveelheid theorieën exponentieel toe, wat het allemaal nog vermoeiender maakt. Vooral omdat als je gaat kijken waar die vondsten uit bestaan, de hoeveelheid materiaal nog altijd bar tegenvalt. De stelligheid waarmee ideeën de wereld in worden geslingerd, stuit me tegen de borst. Als we het er snel over eens zijn datje aan de hand van twee kiezen en drie botfragmenten geen nieuwe gazelle soort kunnen beschrijven, waarom zouden we dan wel met een dergelijke hoeveelheid een aapmens kunnen definiëren. Maar zoals ik de vorige keer al zei, termen als “sp.”, “cf.” of “aff.” lijken een taboe in de paleoantropologie. Ik had me dus voorgenomen om geen aapmensen toe te laten in deze aflevering van Lapilli. Maar helaas, we hebben er weer een nieuwe en ik ontkom er dus even niet aan. De beschrijving is gebaseerd op 11 fossielen, goed voor een nieuwe ondersoort van Ardipithecus ramidus, A. r. kadabba (lit. 3). Nu is het beschrijven van ondersoorten op zich al vrij ongebruikelijk in de vertebratenpaleontologie, laat staan op zo’n schamele basis. Maar het feit dat deze fossielen een heel stuk ouder zijn dan Ardipithecus ramidus, zal zeker tot die beslissing hebben bijgedragen. Ardipithecus ramidus is gedateerd op 4,4 miljoen jaar geleden (lit. 6), de nieuwe fossielen zijn tussen de 5,2 en 5,8 miljoen jaar oud.