Over de Zandmotor hebben in de afgelopen edities van Afzettingen al verschillende artikelen gestaan. Van der Valk et al. (2011) geven een mooie inleiding op deze interessante nieuwe vindplaats. Langeveld (2011) meldt een opvallende molluskensoort van de Zandmotor. Dit artikel gaat over een fossiel van een zeldzaam IJstijdzoogdier: de grottenleeuw. Op 1 april 2012 waren de auteurs op zoek naar pleistocene fossielen op de Zandmotor. Schelpen uit met name het Eemien lagen er veel: het was rapen wat betreft Venerupis senescens en Acanthocardia tuberculata lag er ook veel. Een mooie Venerupis decussata, een tweetal Corbicula, een drietal Tridonta borealis en een slotfragment van Venericor planicosta behoorden tot de minder algemene molluskenfossielen. Fossielen van IJstijdzoogdieren hadden we echter nog niet veel gevonden. We waren dan ook blij, toen Trudy op de terugweg het bot vond op de bijgaande foto’s. Bij het zien van het bot ging er bij mij onbewust een belletje rinkelen: een dergelijk slank bot, met zo’n brede richel voor spieraanhechtingen, dat ziet er wel erg ‘roofdierachtig’ uit. Thuis hebben we dus gelijk even de literatuur erbij gepakt, met name Diedrich & Rathgeber (2011): een prachtig werk over een aantal mooie deelskeletten van grottenleeuwen, met goede afbeeldingen. Het bleek al snel: het gaat om het proximale deel van een linkerradius van een grottenleeuw. Voor de mensen die zich minder met botten bezig houden: het deel van het linkerspaakbeen richting de elleboog. Mailtjes aan Dick Mol en Charlie Schouwenburg leverden bevestigingen op van deze determinatie.