Bellerophon, op zijn gevleugelde paard Pegasus, was gevlucht uit Griekenland, waar hij iets had gedaan wat de koning onwelgevallig was. Hij kwam uiteindelijk terecht in wat nu West-Anatolië is, zo’n 100 kilometer zuidwest van Antalya. Het leek helaas of hij van de regen in de drup was gekomen, want de locale vorst nam hem gevangen, en besloot dat hij Bellerophon zou doden, om zijn Griekse collega ter wille te zijn. Nu werd het land in die tijd geteisterd door de Chimaera, een monster, deels leeuw, deels geit en deels slang, dat vuurspuwend door het land trok. De koning gaf daarom Bellerophon nog één kans. “Als jij de Chimaera kunt verslaan zal ik je vrij laten”. Bellerophon vloog spiedend door de lucht op de rug van Pegasus, om het monster te zoeken. Toen ze het diep onder hen ontdekt hadden, ging het in duikvlucht omlaag, met zijn lans recht vooruit. Hij doorboorde het monster, en de kracht van de stoot was zo groot, dat het monster letterlijk de grond in geboord werd. Het kan niet meer ontsnappen, maar er komt nog steeds vuur uit de grond waar de Chimaera bedolven ligt. Dit is ook de eeuwige vlam, die nog steeds het symbool is voor de Olympische spelen.