De NO-ZW georiënteerde stroomdalen van de Tjonger, Linde en Steenwijker Aa zijn in oorsprong ontstaan door naar het zuidwesten oprukkend landijs gedurende de voorlaatste ijstijd, het Saalien. Alleen ter weerszijden en aan de voorzijde van de gletschertong in het dal van de Steenwijker Aa zijn de stuwwallen bewaard gebleven in de vorm van 5 – 25 m hoge ruggen. Dit zijn de Havelterberg, Bisschopsberg, Steenwijker Kamp, Woldberg en het Eeserveld (Afb. 2). Het glaciale tongbekken van Steenwijk is één van de fraaiste voorbeelden in Nederland van een grote terreinvorm die ontstaan is door opstuwing van lokaal materiaal door een geïsoleerde ijstong.