Eén van de twintig Nationale Landschappen in Nederland is het oostelijke gedeelte van de Achterhoek, in hoofdzaak de gemeente Winterswijk. De kernkwaliteiten van deze streek worden omschreven als “kleinschalige openheid en coulissenlandschap”, “het groene karakter” en “microreliëf door essen en kampen”. Dit laatste punt wordt mede bepaald door de geologische gesteldheid van de ondergrond rond Winterswijk. Deze zeer ingewikkelde geologische gesteldheid wordt onder andere veroorzaakt door de veelzijdigheid van de geologische formaties. Ook breuken, op- en afschuivingen zijn debet aan de vaak moeilijk te begrijpen structuren van Winterswijk ‘onder de grond’. Onlangs is, op verzoek van de Gemeente Winterswijk, na ruim 40 jaar (!) veldwerk en studie door de geoloog Maarten van den Bosch, in samenwerking met Alterra Wageningen, een eindrapport uitgebracht getiteld “Bodemkundig-geologische inventarisatie van de gemeente Winterswijk”. Hierin wordt de actuele stand van zaken m.b.t. de stratigrafie en landschapsvorming rond Winterswijk beschreven, ondersteund door gedetailleerde kaarten en profielen uitgegeven op een cd-rom. Uitgelicht voor dit artikel zijn de Trias-afzettingen. Deze afzettingen komen in de gemeente Winterswijk op meerdere plaatsen aan of dicht bij de oppervlakte voor. Dat zijn Bontzandsteen (Boven-Bontzandsteen, Rot). Muschelkalk (Onder-Muschelkalk) en Keuper (Boven-Keuper, Rhaetien). Deze begrippen komen uit de zogenaamde Germaanse Trias. Internationaal worden Boven-Bontzandsteen en Onder-Muschelkalk tot het onderste deel van het Midden-Trias gerekend, onder de naam Anisien. De ouderdom van Bontzandsteen tot en met Rhaetien is van 245 tot 200 miljoen jaar.