Opaal is een waterhoudend silicaatmineraal en kent talloze variëteiten. Een daarvan is vuuropaal. In het algemeen is deze variëteit doorschijnend; in bijzondere gevallen is vuuropaal bijna doorzichtig. De naam doet vermoeden dat het om een mineraal gaat waar, net als bij diamant onder een lichtbron, de vurige stralen vanaf schieten, maar dat is meestal niet het geval. Overigens komen er ook (dure) exemplaren voor die, net als veel andere variëteiten van opaal, uiteenlopende ‘lichtflitsen’ vertonen wanneer ze onder een lichtbron worden bewogen. Vuuropaal dankt zijn naam aan zijn met vuur overeenkomende helder gele tot helder rode kleur. De kleur wordt veroorzaakt door insluitsels van ijzeroxiden en/of -hydroxiden (vaak goethiet en hematiet) en is in de meest gewilde exemplaren over de hele steen min of meer gelijk. De meeste vuuropaal - en ook de beste kwaliteit - komt al decennialang uit Mexico. De steen wordt daarom ook wel ‘Mexicaanse opaal’ genoemd. Minder rijke vindplaatsen komen voor in Australië, Brazilië, Ethiopië, Honduras, Guatemala en de Amerikaanse staten Nevada en Oregon.