Het aantal deelnemers aan de jaarlijkse nachtexcursie langs de grote rivieren bleef dit jaar beperkt tot 12 personen. Het eerste doel van de tocht was de Ooypolder. Hier werd ondanks het lawaai van de nachtelijke scheepvaart op de Waal, de eerste Kwartelkoning gehoord. Deze hield zich niet hier maar in de aan de overzijde liggende Aerdtsche uiterwaard op. Na ruim drie uur rondzwelken, bleek de Ooypolder ook nog goed te zijn voor o.a. Steenuil, Ransuil, Waterral, Porseleinhoen, Grote Karekiet en Nachtegaal. De vroege ochtendzang zette in bij de stop aan de Kaliwaal in Weurt, waarbij opviel dat er, in vergelijking met voorgaande jaren, bijzonder weinig Bosrietzangers waren. Een eindje verder bij de Waardse Dam waren roepende en vliegende Kleine Plevieren te bewonderen. Het bijzonder rijke loofbosje Doddendaal bij Ewijk leverde 26 soorten op, waaronder een Wielewaal en een met prooi invallende Boomvalk. Zoals elk jaar waren ook de Winssumse waarden weer de moeite waard.