Begin 1991 bemerkten de bewoners van een woonhuis in Berg en Dal, nabij Nijmegen, dat er geregeld een steenmarter in hun huis verbleef, die enige schade aan het rieten dak veroorzaakte. Omdat ze op de hoogte waren van het feit dat in Nijmegen onderzoek aan steenmarters werd gedaan, werd contact opgenomen met het Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek te Arnhem. De toegang tot de dagrustplaats van de marter was vanaf de grond goed te zien en de ligging van het huis maakte het mogelijk om in de tuin voor wat langere tijd een TV-camera met infraroodverlichting op te stellen. Zodoende was het mogelijk het gebruik van de dagrustplaats te onderzoeken.