“Bedreigde dieren schrik van bestuurders” kopte NRC/Handelsblad. En daarmee wordt niet bedoeld dat bestuurders waren geschrokken van het feit dat er zo veel diersoorten in Nederland in hun voortbestaan worden bedreigd. Nee, in ons land van ‘werk, werk, werk’ en ‘haast, haast, haast’ staan de wilde dieren onze ambities in de weg. Ze huizen op de onbebouwde percelen, die zo gunstig zijn gelegen om een industrieterrein of woonwijk te ontwikkelen. Wat mij verbaast in de hele discussie over de hamster in Heerlen, de knoflookpad bij Roermond en de boomkikker bij Aardenburg, is dat bestuurders telkens zo ver zijn met het ontwikkelen van hun plannen, dat de schop bij wijze van spreken al in de grond gaat. Het is toch erg dat een actiegroep moet aangeven dat er ergens beschermde diersoorten leven, terwijl wij al een aantal decennia de natuurbeschermingswet en goede procedures met milieueffectrapportages hebben. Toch laat men zich verrassen door de aanwezigheid van hamsters. De overheid moet weten dat haar verantwoordelijkheid verder gaat dan het maken van mooie wetten. Zij moet ook voldoende kennis hebben over de natuur die bescherming nodig heeft.