Met welk doel begon u als voorzitter VZZ, en is uw doel gerealiseerd? Kees: Als bosbouwer heb ik altijd grote interesse gehad in het probleem hoe je de diverse functies, die mensen aan bos toekennen, met elkaar kunt laten sporen. Het gaat dan altijd om het totaal. Het gaat er niet om tot een kleurloos compromis te komen, maar vooral om in de toekomst keuzevrijheid te houden. Practisch betekent het dan vaak, dat je je niet op één functie moet blind staren, hoe belangrijk die thans ook lijkt. Natuurlijk moet je ook zo goed mogelijk weten wat het bos of, breder gezien, de leefomgeving van de mens, te bieden heeft en dan komen "kennisverenigingen" zoals de VZZ aan de orde. Wat ik in mijn beginperiode belangrijk vond was de professionalisering van de vereniging: om al die beschikbare kennis niet te laten voortbestaan in interne werkgroepjes maar bruikbaar te maken voor bijvoorbeeld beheerders en beleidsmakers. De VZZ moet gezien worden als de betrouwbare bron voor kennis en dus als het ware een keurmerk voor kwaliteit betekenen. Ik hoop dat ik daar mijn steentje aan heb bijgedragen maar het kan natuurlijk altijd beter.