Nu de kennis over de voortplanting van de boommarter toeneemt, mede doordat de laatste jaren aanzienlijke aantallen nesten gevonden worden, komen nieuwe vragen op. Zijn er fluctuaties in de voortplanting en zo ja, houden die verband met de beschikbaarheid van voedsel, in het bijzonder muizen? Muizen vormen een belangrijk bestanddeel van het voedsel van boommarters Martes martes. Volgens Zalewski (1996) geven boommarters de voorkeur aan rosse woelmuizen Clethrionomys glareolus boven bosmuizen Apodemus sylvaticus; beide zijn soorten die in het bos leven. Mastjaren, dat zijn jaren waarin beuken en eiken overvloedig vrucht dragen, hebben grote invloed op de aantallen van deze muizen. Ze kunnen in een mastjaar goede wintervoorraden aanleggen, waardoor de kans op overleving toeneemt; bovendien kunnen rosse woelmuizen dan in de herfst nog een extra worp krijgen. Mastjaren komen globaal om de vier jaar voor, maar de regelmaat kan door ongelukkig vallende nachtvorsten of extreme droogte verstoord worden. Na een ‘piekjaar’ voor de muizen volgt meestal een ’daljaar’ met maar heel weinig muizen. Daarna wordt de populatie weer opgebouwd.

Zoogdier

CC BY-NC-ND 2.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken")

Zoogdiervereniging

Henri Wijsman, A. Achterberg, C. Achterberg, R. van den Akker, W. Bomhof, H. van Diepen, … Olga van der Klis. (2007). Hebben muizenjaren invloed op de voortplanting bij boommarters?. Zoogdier, 18(3), 3–6.