Met enige regelmaat verschijnen in natuurbeschermings- of onderzoekskringen mensen, die gedurende hun leven een grote invloed op denken en doen van hun medemensen uitoefenen. Soms is hun invloed zo algemeen dat niemand de directe oorzaak van de toegenomen interesse voor het betrokken vakgebied kan vinden. In andere voorbeelden zijn er namen te vinden, die bijna iedere landgenoot kent door het stempel dat zij nagelaten hebben. Gedurende enige eeuwen heeft de Nederlander zich om uiteenlopende redenen geïnteresseerd voor walvissen en dolfijnen. Ik hoef hier alleen maar te wijzen op de slachting, die de Nederlanders bij de populatie Noordkapers en Groenlandse Walvissen in de 16e en 17e eeuw hebben aangericht en op de bruinvisjacht, die tot in deze eeuw plaatsvond en bedreven werd door de ’varkenvissers’. Behalve deze redenen omwille van lijfsbehoud zijn er in de moderne tijd ook beschermingsgronden waarvoor de Nederlander warmloopt. Toch is dat minder nieuw dan menigeen denkt. Reeds in de Tegenwoordige Staat der Nederlanden (17e eeuw) wordt er op gewezen dat het aantal walvissen drastisch terugloopt als gevolg van de te intensieve jacht.