Het zoeken naar vleermuizen in stedelijk gebied heeft specifieke mogelijkheden en beperkingen. Hoewel stedelijk gebied niet bepaald de favoriete ’bio’toop van veel onderzoekers zal zijn, kun je goede argumenten geven om dit gebied niet over te slaan: – enkele vleermuissoorten redden zich uitstekend in de stedelijke omgeving en komen hier soms zelfs talrijk voor. Er zijn dan ook maar weinig dorpen en steden zijn waar je geen vleermuizen zult aantreffen. – voor veel mensen is de stedelijke omgeving snel bereikbaar en (mede daardoor) gemakkelijk te onderzoeken. – aangezien 'bebouwing’ als marginale ’vleermuis-biotoop’ kan worden aangemerkt, is al snel te zien waar de favoriete foerageerplekken in de stedelijke zone zijn gelegen (bijvoorbeeld parken of water). Hierdoor zijn concrete adviezen voor een vleermuisvriendelijk beheer te geven. In het zomerhalfjaar zijn aan te treffen: Gewone Dwergvleermuis, Ruige Dwergvleermuis, Laatvlieger en Grootoorvleermuis (mogelijk ook de Tweekleurige Vleermuis). Watervleermuis, Baardvleermuis en Rosse Vleermuis zijn ook waar te nemen, maar meer plaatselijk, waarbij de omgeving rondom het stedelijke gebieci vaak een doorslaggevende rol speelt (bijvoorbeeld aanwezigheid van bos rondom een stad).