Polders behoren niet tot de meest vleermuisrijke gebieden. De vleermuizen beperken zich vooral tot (lijnvormige) landschapselementen (zowel bergoeiing als water!) en de aanwezige bebouwing, waardoor de voorkeursplekken van vleermuizen relatief gemakkelijk zijn op te sporen. Ook het aantal soorten dat kan worden aangetroffen, is gering. In het zomerseizoen zijn in de polders (’hafdistrict’) tot nog toe de Gewone en de Ruige Dwergvleermuis, de Laatvlieger en, in mindere mate, de Meervleermuis en de Gewone Grootoorvleermuis aangetroffen. Speciale aandacht verdient echter de aanwezigheid van de Meervleermuis omdat deze soort hier zijn optimum vindt.