De voorouders van de over de hele wereld in grote aantallen gehouden witte wollige schapen, zagen er hoogstwaarschijnlijk ongeveer uit als de nu nog voorkomende wilde schapen. In Noord-Amerika: de Big Horn, in Azië: de Urial, Argali en de Arkal, in Zuid-Europa: de Moeflon. De Corsicaanse Moeflon is trouwens een twijfelaar. De onderzoeker Poplin zegt (1979) dat deze dieren waarschijnlijk nakomelingen zijn van verwilderde exemplaren van reeds 6000 j. v. Chr. gehouden gedomesticeerde schapen. Dit was dus nog 4000 jaar voordat het Turfschaap in Zwitserland leefde. Dit Turfschaap is bekend van opgravingen, het was een gehoornd primitief schaap, maar het had al wol. De opgegraven schedels van deze schapen kan men vergelijken met schedels van nu nog voorkomende primitieve schapen, dan ziet men nog veel overeenkomsten, onder andere met onze Gehoornde Drentse Heideschapen (gehoornd, primitief, harde wol, lange staart.)