In het kader van het Atlasproject Nederlandse Mollusken (ANM) is per augustus 2003 een start gemaakt met een (globale) inventarisatie van Noord- Brabant. Noord- Brabant geldt als een van de minst goed onderzochte provincies en verdient daarom extra aandacht. In totaal zijn zo’n 130 dagen beschikbaar voor veld-en determinatiewerkzaamheden. Bij het veldwerk gaat de meeste aandacht uit naar een aantal pioritaire soorten en dan met name die soorten die genoemd zijn in de conceptnota soortenbeleid van de betreffende provincie. Het gaat hierbij om Candidula gigaxii, Helix pomatia, Pisidium pseudosphaerium, Pseudanodonta complanata, Vertigo substriata en Zonitoides excavatus. Tot de prioritaire soorten behoren degene uit de Rode-Lijst categorieën “bedreigd” en “ernstig bedreigd”. Tijdens de eerste veldperiode lag de nadruk op het lokaliseren van leefgebieden van Zonitoides excavatus. Het zwaartepunt van verspreidingsgebied van Z. excavates ligt onder meer in Nederland. Zonitoides excavatus heeft daarom een zogenaamde i-status. Nederland draagt dus een internationale verantwoordelijkheid voor het behoud van de soort. Gebaseerd op berekeningen aan de hand van gegevens in de dataset tot 2001, leek het alsof de soort de afgelopen decennia zeer sterk afgenomen zou zijn, bijvoorbeeld door o.a. verdroging en bebouwing (Bruyne et al. 2003). Dit blijkt nu na het zeer gerichte onderzoek, gelukkig niet het geval te zijn. Inmiddels is ze reeds in 31 uurhokken gevonden (zie figuur 1). Hieronder zitten veel plaatsen waar nog nimmer naar de soort is gezocht. Op het merendeel van de uit vroeger tijden bekende vindplaatsen blijkt ze nog steeds voor te komen, zij het soms op een zeer beperkt oppervlak. Het oosten van Brabant is nog onvoldoende onderzocht. Deze regio zal volgend jaar extra aandacht krijgen.