Voor het oplossen van vele problemen is het bestudeeren van levende exemplaren van mollusken gewenscht, doch als regel worden de exemplaren niet onmiddelijk in de nabijheid verzameld van laboratoria, waar men ze kan onderzoeken. Daardoor is het noodig de exemplaren op te zenden naar een laboratorium, waarvoor schrijver een doeltreffende methode gevonden heeft. Het verzenden van zoetwatermollusken is bijzonder moeilijk, daar de dieren moeilijk in leven te houden zijn en het verzenden kostbaar is. Hierbij kan Sphagnum (Veenmos) behulpzaam zijn. Dit mos doet dienst als waterreservoir; het neemt veel water op en staat het geleidelijk aan den inhoud van het pakje af. Daardoor behoeven de voorwerpen niet in water verzonden te worden, waardoor de kosten van het verzenden lager worden. Het vochtige Sphagnum weegt veel minder dan hetzelfde volume water. Sphagnum komt voor in Europa en N. Amerika, terwijl in de tropen verwante soorten voorkomen, die voor het doel bruikbaar zijn. Het is verkrijgbaar bij bloemisten. Schrijver pakt voor hij op reis gaat eenige doosjes vol droog Sphagnum. Het verzamelde levende materiaal wordt in bevochtigd Sphagnum verpakt en direct aan het laboratorium verzonden. Hoe doeltreffend de methode is, blijkt wel uit het feit, dat schrijver vanuit Ann Arbor aan Dr. Adam in Brussel eenige honderden levende exemplaren van Campeloma toezond, waarvan er slechts 7 gestorven waren bij een vervoer, dat ongeveer 10 dagen duurde. Bij het verzenden in Amerika naar Cambridge, over een afstand van ruim 1100 K.M. had schrijver steeds veel succes. Het verpakken in Sphagnum is niet nieuw, doch kan voor de Malacologie nog veel nut afwerpen.