Het geslacht Ensis (Schumacher, 1817), met als vertegenwoordigers de mesheften en zwaardscheden, heeft meer dan eens aanleiding tot beschouwingen gegeven. KAAS & TEN BROEK onderscheidden in 1942 nog niet meer dan twee soorten, een aantal, dat pas in de allerlaatste tijd (ENTROP, 1959) op grond van Engelse onderzoekingen door HOLME (1951), tot drie is gebracht. Toch is het ook met deze nieuwere indeling moeilijk om bij het Nederlandse materiaal tot bevredigende resultaten te komen. De enigszins mysterieuze „kleine vorm” van het tafelmeshelft, E. siliqua, en de juiste verhouding tussen grote en kleine zwaardschede dragen vooral hiertoe bij en vormden tevens het uitgangspunt voor nieuwe onderzoekingen.