De aanwezigheid van miocene schelpen in de ondergrond van Miste werd in 1966 opgemerkt door de Winterswijker Henk Kolstee, bij het graven van een drinkwaterput voor het vee op het land van eigenaar Berenschot. Dit heeft geleid tot een opgravingsactie tijdens de paasdagen van 1968, aangeduid als Miste-1.