Er zijn relatief weinig studies van fossiele geleedpotigen (Crustacea; eendenmossels, zeepokken, garnalen, heremietkreeften, kreeften en krabben) uit Paleogene en Neogene afzettingen van het Noordzeebekken beschikbaar. Dit is voor een belangrijk deel te wijten aan biologische en tafonomische (fossilisatie-) processen. Met uitzondering van eendenmossels en zeepokken doorlopen geleedpotigen diverse stadia van vervelling tijdens hun groei, wat betekent dat één enkel individu een reeks potentiële fossielen kan opleveren. Bij schelpkreeftjes (Ostracoda) blijven de linker- en rechterklep vaak intact, zij het los van elkaar, maar bij de ‘hogere’ geleedpotigen (zoals kreeften en krabben) raken alle onderdelen van het schild, de staart, het sternum en de scharen en looppoten vaak verspreid.

, , , , , ,
Afzettingen

CC BY-NC-ND 2.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken")

Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie

John W.M. Jagt, René H.B. Fraaije, & Barry W.M. van Bakel. (2016). Kreeftachtigen (Ostracoda, Thoracica, Caridea, Axiidea, Anomura en Brachyura) van Winterswijk-Miste. Afzettingen, 37(2), 54–66.