Wie in de eenentwintigste eeuw door de Noardlike Fryske Wâlden rijdt, ziet een landschap van grasland, maïsvelden, elzensingels en houtwallen. Dat is niet altijd zo geweest. De alleroudsten onder ons zullen zich nog de heidevelden kunnen herinneren. Ze zijn opgeofferd aan de vooruitgang. Alleen in topografische namen komen we nog verwijzingen naar de heidevelden van eertijds tegen. In deze bijdrage gaat de auteur in op de geschiedenis van de heidevelden, de planten die er voorkwamen en de enkele snippers heide die nog resten.