In deze Nieuwsbrief worden gegevens gepresenteerd die tijdens het rampseizoen 1982/83 werden verzameld. Vier, op zichzelf staande, verslagen geven een overzicht van de stranding, maar vooral ook van het bijzondere onderzoek dat aan (verzamelde) kadavers werd uitgevoerd door de auteurs. We moeten deze rapporten beschouwen als een ontwikkeling op weg naar een betere registratie van incidenten als deze, waarbij het onderzoek niet alleen beperkt blijft tot het eenvoudig tellen van slachtoffers. De waardevolle initiatieven van vooral Peter Hope Jones (Seabirds at Sea Team, Aberdeen), die tot uitdrukking komen in de publicaties van Anker-Nilssen & Røstad (1981) en Uddén & Åhlund (1981), verdienen ons inziens meer dan navolging alleen. Het is de vraag in hoeverre het NSO, vooral op langere termijn, de capaciteiten zal kunnen opbrengen om een dergelijk kostbaar en tijdrovend onderzoek te doen. In ieder geval is met deze publicaties een eerste aanzet gerealiseerd. We willen streven naar een rapportage-model. De in 1983 uitgevoerde onderzoeken zullen daaraan moeten bijdragen. Bij plotseling optredende incidenten, zoals het in deze Nieuwsbrief beschreven geval, is een efficiënte aanpak noodzakelijk om in korte tijd zeer veel gegevens te verzamelen. Daarnaast moet ook een snelle rapportage bijdragen aan een optimale registratie. Het is ook in een aantal ons omringende landen in zeker opzicht traditie geworden een grootschalig incident binnen een jaar te verslaan (bijvoorbeeld: Anker-Nilssen & Røstad 1981, Bourne & Parrack 1967, Van Gompel 1981, Reineking 1983, Uddén & Åhlund 1981, Vauk 1981, 1982, 1983). Dit schept de mogelijkheid de incidenten sneller te kunnen bediscussiëren en daarmee beter te zijn voorbereid bij toekomstige incidenten van vergelijkbare aard.