De tweede auteur houdt zich als amateur bezig met kleine tot zeer kleine schelpen. Toen hij daarvan fotos wilde maken, stuitte hij op de grenzen van de mogelijkheden van normale kleinbeeld objectieven. Op de vraag ”wat nu?” bleken vele antwoorden te bestaan. Fabrikanten van kleinbeeld-apparatuur als Nikon en Canon bieden macro-objectieven aan. De literatuur noemt het Luminar objectief van Zeiss en het Aristophot objectief van Leitz. Voorts lenen stereo-microscopen en gewone microscopen zich voor het fotograferen van zeer kleine schelpen. Maar de vraag waar de grenzen van de mogelijkheden van al deze apparatuur liggen, konden ervaren fotografen noch de hun bekende literatuur beantwoorden. Vandaar deze poging de zaken een beetje op een rij te zetten.