De systematiek van de levende dierenwereld is gebaseerd op de waarneming dat, afgezien van variabiliteit) sexuele dimorphie, zelfbevruchting en parthenogenese, dieren steeds paren met overeenkomstige dieren, en dat de nakomelingschap weer sprekend op de ouders lijkt. Een groep dieren die een natuurlijke voortplantingsgemeenschap vormen, of zouden vormen indien geografische barrières dat niet verhinderden, noemt men een soort.