De westkust van het noordeiland van Nieuw-Zeeland is bijzonder arm aan schelpen. Zowel in soorten als in aantallen. Uren en uren heb ik aan het strand gelopen in de huurt van Dargaville en heel erg genoten van de prachtige zee. Een schoon strand, waarop de grote ”brekers” van de Tasmanzee witgekuifd hun eind vinden. Schoon, omdat er vrijwel geen rommel aanspoelt (het is geen vaarroute) en schoon, omdat je er haast niemand tegenkomt. Maar schelpen? Nou ja, hier en daar één. Dus ""niet om over naar huis te 'schrijven"", in de meest letterlijke betekenis? Toch wel, want je' vindt daar 'natuurlijk wel iets, dat je -elders niet vindt.