Het waren lang de meest opvallende en heel bekende straatjongens. Ouderen onder ons herinneren ze zich waarschijnlijk nog wel, want wie zag er in de jaren zestig nou geen kuiven om zich heen. Ze scharrelden rond, peuterden wat in de paardenpoep op straat en waren niet bang aangelegd. Wij noemden ze strontpikkers.