Laagvorming is het belangrijkste kenmerk van afzettingsgesteenten. Wanneer verwering en erosie het vaste gesteente aantasten ontstaan afbraakprodukten, die door water, wind of ijs getransporteerd worden en elders tot afzetting komen. Deze gesteentefragmenten of mineralen worden afgezet in lagen. De gelaagdheid ontstaat door een afwisseling van de korrelgrootte en / of een afwisseling van de samenstelling van het sediment. Minder bekend is de laagvorming die kan ontstaan door de aktiviteit van organismen die in nauwe relatie met het sediment leven. Het sediment is aan de ene kant onmisbaar voor deze bodembewonende dieren (verschuilen, bescherming tegen uitdrogen, voedselbron), maar kan aan de andere kant een onverwacht dodelijk gevaar vormen. Bij te snelle sedimentatie kunnen veel bodembewoners in het sediment een verstikkingsdood sterven. Bij plotselinge erosie bestaat het gevaar dat de dieren worden uitgespoeld en naar elders worden getransporteerd, waar ze ook doodgaan, omdat ze niet zijn aangepast aan de nieuwe omgeving.

, , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

E.G. van Diggelen. (1980). Laagvorming door gravende zeedieren. Gea, 13(2), 38–41.