In het Maandblad voor Natuurwetenschappen, jaargang VIII, N°. 7, deelt de hoogleeraar C. A. J. A. oOUDEMANS een paar opmerkingen van botanischen aard mede, betreffende mijn opstel: Lagere zwammen en infectieziekten, die ik niet met stilzwijgen in het Album mag voorbijgaan. De heer OUDEMANS zond mij daarvan een overdruk, waarvoor ik hem hier dank zeer. Bladz. 187. Men leze hier in regel 13 en 12 v. o., in plaats van: “die der stuifzwammen (Coniomycetes), door NäGELI ook enz.” het volgende: die der gistzwammen (Saccharomycetes), door NäGELI ook enz.” Voor “stuifzwammen”, ’tgeen “stofzwammen” had moeten zijn, leze men overal “gistzwammen” of “spruitzwammen”.