Vleermuizen gebruiken sonar voor het opsporen van prooien. Met die sonar kunnen ze in absolute duisternis uitstekend waarnemen. Objecten kaatsen de uitgezonden signalen terug. Daardoor krijgen de vleermuizen informatie over de afstanden tot die objecten, over de vorm en zelfs over de samenstelling ervan. Bat-detectors kunnen dit geluid opvangen en hoorbaar maken. De weergegeven geluiden in combinatie met het gedrag van de dieren bieden vaak voldoende houvast om de soort te kunnen bepalen. Toch is het niet altijd eenvoudig de soort vast te stellen; men moet op het juiste moment de juiste kenmerken gebruiken. Daarvoor is het van belang te weten wat geluid is, wat voor typen ultrasone geluiden vleermuizen produceren en hoe deze kunnen variëren. Belangrijk is ook om weten hoe deze 'technische aspecten’ in de praktijk geinterpreteerd kunnen worden. Uiteraard speelt de werking van de gebruikte bat-detector een cruciale rol. Het determineren van vleermuizen vraagt bovenal, net als bij vogels, om oefening en ervaring.