Haren van zoogdieren zijn een bron van informatie: de soort waartoe de eigenaar van het haar behoort, kan achterhaald worden, een DNA-profiel kan worden opgesteld en het geslacht van het dier zou bepaald kunnen worden. Voor de hamster Cricetus cricetus is nu een methode toegepast waarmee haren in het veld werden verzameld zonder de dieren te storen. Om te bepalen hoe het staat met de hamster wordt al jarenlang gebruik gemaakt van burchtinventarisaties (Krekels & Gubbels, 1996). Deze inventarisaties geven een indicatie van de populatieomvang van de hamster in een gebied. Het is echter niet met zekerheid te zeggen in hoeveel van de burchten ook daadwerkelijk hamsters wonen. In een aantal gevallen kunnen verse uitwerpselen een aanwijzing zijn, maar hamsters doen hun behoefte in speciale latrines in hun burcht. Zelfs wanneer je met zekerheid vaststelt dat de burcht gebruikt wordt, aan de hand van verse krabsporen bijvoorbeeld, is het nog niet zeker dat een hamster hem bewoont. De sporen kunnen ook veroorzaakt zijn door een ander dier dat de burcht gebruikt, zoals een woelrat. Door het doen van waarnemingen of door de dieren te vangen met een live-trap kan met zekerheid worden vastgesteld of hamsters aanwezig zijn. Beide methoden zijn echter tijdrovend en kunnen tot verstoring leiden.