De namen M.A. IJsseling en A. Scheygrond klinken in Nederland als een klok. Voor het onderwijs schreven ze halverwege vorige eeuw onder andere ‘Hoofdzaken der Biologie’, voor de middelbare scholen. Ruw gesteld: wat het gros van de Nederlandse stadsjeugd tot die tijd over zoogdieren wist, hadden ze van IJsseling en Scheygrond. In dit voorlopig laatste deel van ‘Uit de oude doos’, bespreek ik een boekje van hun hand uit 1952: ‘Zoogdieren in het veld en aan het strand’, uitgegeven door Het Spectrum uit Utrecht. Hieraan vooraf ging het boekje ‘Zoogdieren in de bossen’ van A.B. Wigman, dat ook in Vlaanderen werd uitgegeven, door Uitgeverij Zonnewende uit Kortrijk. In dit laatste komen vooral de hoefdieren, de das, de vos en de eekhoorn aan bod. De muizen en spitsmuizen krijgen veel minder aandacht terwijl aan de vleermuizen volgens de auteur ‘al een ander boekje wordt gewijd’. Terug naar veld en strand ... Hoewel het een thematisch boekje betreft, is er een uitgebreide algemene inleiding. Daarin viel mijn oog op een passage over ‘Voedsel en spijsvertering’. Leuk is namelijk dat de auteurs ingaan op de drinkgewoonten van enkele zoogdieren.