Over ammonieten is al veel geschreven. Dat deze diergroep zo populair is, is te danken aan hun schoonheid, vormenrijkdom en de grote verscheidenheid in de samenstelling van het gesteente en/of mineraal waaruit ze opgebouwd zijn. Tijdens mijn vakantie in het Engelse district de 'Cotswolds' kwam ik voor het eerst in aanraking met ammonieten waarvan de schelp bewaard was gebleven. Dat motiveerde mij om er wat meer van te willen weten. Deze motivatie werd verder versterkt door de ontmoeting met Wim van der Brugghen, lid van de kring Flevoland. De avond dat ik daar een lezing gaf, kwam hij naar me toe met een aantal interessante opnames van een ammonietenschelp. Hij vroeg mij toen naar literatuur over de bouw en samenstelling van deze schelpen. De foto's lieten structuren in de schelpwand zien die op het eerste gezicht sterk leken op pigmentcellen, zoals die nu voorkomen bij onder andere vissen en koppotigen. Vrijwel alle nu levende inktvissen hebben een heel arsenaal aan pigmentcellen om zich mee te camoufleren, maar het zou bijzonder zijn als een schelp dat ook kon. Een recente schelp kan wel gepigmenteerd zijn, maar dan gaat het niet om echte pigmentcellen maar om in de schelp ingebouwde kleurstoffen. De speurtocht in de literatuur liet zien dat onze beelden in zekere zin uniek waren. Hoewel er in andere studies wel vergelijkbare structuren gevonden zijn, weet men nog steeds niet precies wat deze kunnen zijn.

, , , , , , , ,
Grondboor & Hamer

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Nederlandse Geologische Vereniging

N. Taverne. (2004). Ammonieten en hun schelpwand. Grondboor & Hamer, 58(1), 1–6.