In de voorgaande hoofdstukken is vaak gezegd, dat de fossielen gepyritiseerd in de kleiige sedimenten voorkomen. 180 miljoen jaar hebben ze overbrugd sinds de schalen op de zeebodem neervielen. Nu liggen ze op uw hand: goudglanzend schitterend, de fijnste details zichtbaar, ongeëvenaard door welke kunst ook — in de beste gevallen dan. U wast ze flink en bergt ze goed op. Na enkele maanden bekijkt u ze weer eens en wrijft nadenkend een dof laagje weg, dat als een waas de schittering vertroebelt. Weer enkele maanden en u moet al flinkpoetsen voor de oude glans terugkomt. Na een jaar... Eén jaar menselijke nabijheid weegt kennelijk zwaarder dan 1/2 Mesozoicum en Cenozoicum samen. Na enkele jaren kan uw ammoniet in brokjes uiteenvallen of overkorst worden door vervalprodukten. Zie afb. 12 en 13, schrik niet. Uiteraard gebeurt iets dergelijks ook daar, waar gepyritiseerde fossielen uit de beschermende lagen aan de oppervlakte komen en aan buitenlucht en weersinvloeden worden blootgesteld. De mens is niet alleen schuldig. Hoe gaat het proces in zijn werk?

, , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

J. Stemvers-van Bemmel. (1976). Konserveren. Gea, 9(1), 30–31.