Recente ontwikkelingen binnen de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels brengen mij ertoe om middels deze brief uw aandacht te vragen. Zoals u weet, wordt al geruime tijd binnen de vereniging gedacht aan de uitgave van een eigen tijdschrift. Dat plan is niet onaardig: modern van uiterlijk, aktueel van inhoud, met een ruime verspreiding, kan het de vogelbeschermingsgedachte daadwerkelijk uitdragen en ondersteunen. Dit zou kunnen leiden tot grotere aantallen beter geinformeerde leden! Aldus bekeken lijkt er alles voor en niets tegen om zo snel mogelijk zo’n blad op poten te zetten. Bij nader inzien zijn er echter ernstige bezwaren tegen deze koers. U weet immers dat onze vereniging niet de enige vogelbeschermingsorganisatie in ons land is, doch dat nog vele tientallen lokale en regionale organisaties een bloeiend bestaan leiden en veel nuttig werk verrichten. De meeste van die organisaties hebben hun eigen mededelingenblad, doch ten behoeve van meer algemene meningsvorming zijn zij verenigd in Het Vogeljaar, dat al 24 jaar lang een werkelijk nationaal tijdschrift voor vogelstudie en vogelbescherming is. Het Vogeljaar vormt een platform waarop alle deelnemende verenigingen en elke lezer zijn/haar ideeën naar voren kan brengen. Ook de Ned. Ver. tot Bescherming van Vogels doet al jaren in deze opzet mee. Me dunkt dat deze struktuur een heel gelukkige is: de zelfstandigheid van elke vereniging, resp. vogelwacht, wordt gewaarborgd, terwijl toch een zekere eenheid tot stand wordt gebracht. Ik zeg uitdrukkelijk niet dat Het Vogeljaar niet meer voor verbetering vatbaar zou zijn, doch stel vast, dat binnen de huidige Nederlandse omstandigheden Het Vogeljaar een nuttige en noodzakelijke rol vervult in het kombineren van eenheid en verscheidenheid.