Het valt op hoe vaak Taiga-Certhia familiaris familiaris en zelfs Kortsnavelboomkruipers C. f. macrodactyla in de regio Zuid-Kennemerland zijn gemeld waarvan geen beslissende kenmerken werden vastgesteld. Het lijkt er dan ook op dat er eigenlijk geen kenmerken anders dan wat impressies nodig zijn om deze zeldzaamheid te herkennen en te registreren. Dat is vreemd wanneer men zich bedenkt dat er geregeld grote determinatieproblemen ontstaan bij vangsten van ‘boomkruipers’ op ringbanen. De soort wordt sinds 1 januari 1995 niet meer beoordeeld door de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna CDNA (van den Berg & Bosman 2001). Dat komt omdat Taigaboomkruiper in het najaar in aardig wat jaren op Waddeneilanden wordt aangetroffen en Kortsnavel-boomkruiper sinds 1993 in het oosten en zuidoosten van Nederland is gaan broeden. Het wil natuurlijk niet zeggen dat beide ondersoorten ook in de rest van het land een regelmatige verschijning zijn geworden.