Op een lantaarnpaal staat een meeuw. Een alledaags straatbeeld in Nederland. Zoals zo vaak, wanneer ik in stedelijk gebied naar vogels kijk, voel ik me niet helemaal op m’n gemak. Bijna altijd zijn er nieuwsgierige mensen, die zich afvragen wat je aan het doen bent. Niet altijd is dat vervelend. Soms ontmoet je vriendelijke mensen. Zo iemand die zegt: ”U kunt wel even binnen komen. U staat daar maar in de kou te wachten.” Dan leg je uit dat je niet aan het wachten bent, maar naar een meeuw aan het luisteren. ”Tja, dan weet ik het ook niet meer!” Eerlijk gezegd bekruipt datzelfde gevoel mij ook een beetje. De meeuw is namelijk erg zwijgzaam. Vogels kijken als hobby is aan veranderingen onderhevig. Ik vind het fascinerend om ontwikkelingen binnen deze hobby bewust mee te maken. Zo vind ik het buitengewoon interessant om te zien hoe vogelaars reageren op veranderingen in taxonomie. Doorgaans worden veranderingen ingezet door een betrekkelijk kleine groep mensen. De grote massa volgt dikwijls pas na enige aarzeling. Het lijkt wel alsof veranderingen in taxonomie gevoeliger liggen, dan de meeste andere veranderingen. Bij veel vogelaars proef ik de nodige weerstand dergelijke veranderingen serieus te nemen. Wellicht heeft dit te maken met het feit dat de laatste jaren vrij veel soorten gesplitst zijn na een periode van betrekkelijke kalmte. Recentelijk hebben onder andere Taigarietgans Anser fabalis, Zwarte Rotgans Branta nigricans, Witbuikrotgans B. hrota, Amerikaanse Wintertaling Anas carolinensis, Baltische Meeuw Larus fuscus, Geelpootmeeuw L. michahellis, Rouwkwikstaart Motacilla yarrellii, Engelse Gele Kwikstaart M. flavissima, Noordse Gele Kwikstaart M. thunbergi, Aziatische Roodborsttapuit Saxicola maura, Iberische Tjiftjaf Phylloscopus brehmii, Bonte Kraai Corvus cornix en Kleine Barmsijs Carduelis cabaret soortstatus verdiend, althans volgens sommigen.