Het in België per provincie georganiseerde ringonderzoek, dat gebruik maakt van zgn. werkgroepen, bereikt voortreffelijke resultaten. In totaal werden door 261 ringers in het verslagjaar 362.614 vogels geringd in 198 soorten. Dat is een gemiddelde van 1391 per ringer. Enkele opvallende aantallen: Buizerd 116, Sperwer 167, Havik 24, Grauwe Kiekendief 29. Torenvalk 364. Waterhoen, 1375, Witgatje 116, Kleine Plevier 101, Regenwulp 140, Oeverloper 818, Zwarte Ruiter 15, Zwartkopmeeuw 1, Turkse Tortel 803, IJsvogel 680, Groene Specht 100, Boomleeuwerik 614, Boerenzwaluw 37968, Oeverzwaluw 7791, Grote Pieper 7, Graspieper 7529, Klapekster 68, Waterspreeuw 585, Grote Lijster 1283, Koperwiek 2098, Merel 11858, Roodborst 7972, Fluiter 487, Withalsvliegenvanger 1, Kleine Vliegenvanger 1, Baardmees 148, Boomklever 393, Sneeuwgors 320, Appelvink 451, Kneu 16925, Europese kanarie 320, Goudvink 825, Kruisbek 698, Vink 34200.