Het is al weer 11jaar geleden dat door de leden van het vogelringstation in de Amsterdamse Waterleidingduinen een slagnet is ontworpen waarmee het mogelijk is om nog niet vliegvlugge eenden te vangen. De konstruktie bestaat uit een net dat tussen op het water drijvende stokken is opgehangen en dat met behulp van lijnen vanaf de tegenoverelkaar liggende oevers kan worden dichtgetrokken (fig. 1). De eendenpulli (voor het merendeel Kuifeenden die nog in familieverband zwemmen) worden tot boven het net gedreven door ze er langzaam naartoe te jagen en het vangen vindt plaats door het net dicht te klappen, juist op het moment dat de vogels zich al zwemmend boven het net bevinden. De stokken bewegen daarbij om de scharnierpunten volgens de gebogen pijlen in de figuur. Het grote nadeel van dit net is echter dat de eenden er aan de achterkant uit kunnen zwemmen zolang het net nog open ligt. Het is dus zaak het net dicht te trekken op het moment dat er zo veel mogelijk eenden aan de voorkant het net zijn opgezwommen en voordat de eerste eend er van achteren weer afzwemt. Op deze manier is de vangst per slag beperkt tot enkele families. Een tweede nadeel van deze werkwijze is dat de eenden, die de eerste maal de dans nog ontsprongen, het net vlak voor hun”neus” zagen dichtklappen. Om deze vogels met een volgende slag te kunnen bemachtigen gaat dikwijls moeilijk. Hun gedrag is dan zo schichtig dat zij liever onderduiken om een eind voorbij het net weer boven te komen! Om de hier genoemde nadelen te ondervangen moest een konstruktie worden bedacht waar de eenden aan de achterkant niet meer uit kunnen zwemmen en waarmee alle aanwezige vogels in een keer kunnen worden gevangen. De konstruktieve beperkingen van het ontwerp waren: het geheel moet niet moeilijker te transporteren en niet moeilijker vangklaar te maken zijn dan het hierboven genoemde net.