Elke vogelsoort kent zijn eigen ringmaat. Soorten waarbij de geslachten in afmetingen verschillen (b.v. de Bruine Kiekendief) kennen zelfs verschillende ringmaten. Voor niet op geslacht te brengen jongen dient in het geval van de Bruine Kiekendief de grootste ringmaat (11 mm) aangelegd te worden. Dit betekent in de praktijk dat na het uitvliegen één sexe met een te grote (en hinderlijke) ringmaat zal rondvliegen. In de periode 1980-1984 zijn er 2551 Bruine Kiekendieven geringd waarvan 38 adulte dieren.