Hoewel geluid, eerst in de vorm van gekooide lokvogels, nadien onder vorm van met bandopnemer of cassette uitgezonden zang, reeds geruime tijd gebruikt wordt voor het aanlokken van overdag trekkende vogels, werd de toepassing van deze methode naar nachttrekkers toe toch slechts in een zeer recent verleden beschreven. Het idee rijpte in feite gelijktijdig bij een klein aantal Belgische ringers in de jaren 1984 en 1985 en werd, gezien het enorme succes en via het kenbaar maken ervan op de jaarlijkse ringersvergadering, zeer snel algemeen aanvaard.