Toen ik vorig jaar mei promoveerde, was één van de stoelen achter de tafel leeg. Dat was de stoel voor Remmert Daams. Remmert was voor de plechtigheid naar Nederland gekomen. Zaterdag 1 mei vertrok hij van het huis van vriend en collega Albert van der Meulen voor een bezoek aan zijn broer in Emmen. Het zou zijn laatste reis zijn. Bij aankomst in Emmen bleek Remmert te zijn overleden. Hij was 51 jaar. Ik heb Remmert leren kennen aan het eind van mijn studie, zo’n 12 jaar geleden. Terugkijkend heb ik hem in de periode niet eens zo heel vaak gezien. Twee seizoenen waren we samen in het veld bij Daroca, en ik zag hem ieder jaar kort tijdens zijn bezoeken aan Nederland. Doordat ik hem maar zo kort gekend heb, had ik twijfels of ik wel de geschikte persoon ben om een in memoriam te schrijven. Dat ik dat toch doe, is vooral kenmerkend voor de persoonlijkheid die Remmert was. Met zijn charismatische uitstraling was hij in staat om je binnen een half uur het idee te geven dat je hem al jaren kende. De veldwerken in Daroca waren een wetenschappelijk feest, zowel door de kundigheid van Remmert als expeditieleider, als door zijn warme persoonlijkheid. Zoals zijn broer tijdens de crematieplechtigheid zei: “Remmert leefde zo intens, dat hij ieder jaar als twee beleefde”. Het lag in de bedoeling dat ik na mijn promotie zou gaan werken aan de insecteneters van Daroca. Werk waardoor ik vaker met Remmert te maken zou krijgen, een uitzicht waarop ik me verheugde. Het is anders gelopen.