“Kom even mee kijken, maar nog niet meteen roepen wat het is, het moet nog een beetje spannend blijven”. Dit laat ik mij geen tweede keer zeggen natuurlijk. Als John de Vos ergens enthousiast over is, dan moet het wel iets bijzonders zijn. De gast op Johns kamer heeft een aantal botten bij zich. De botten zijn niet van hemzelf, maar van zijn vader, die inmiddels 99 is en ze in de loop der tijd verzameld heeft in het gebied van de Oude IJssel en het Zwarte Water. Onder de vondsten bevindt zich een vrijwel compleet dijbeen van een wolharige mammoet. Maar dat is niet waar John zo enthousiast van is. Nee, het is het op het eerste gezicht onooglijke brok bot dat op tafel ligt. Het is het neurocranium van een muskusos.