Het Naturhistorisches Museum in Wenen is het oudste natuurhistorische museum van Oostenrijk. Het werd gesticht door keizer Frans I Stefanus van het Heilige Roomse Rijk, echtgenoot van Maria Theresia. De collectie omvatte aanvankelijk voornamelijk mineralen en fossielen, schelpen en koralen. Planten en dieren waren moeilijk te conserveren en werden liever levend in botanische tuinen en menagerieën gehouden. Na de dood van Francis I werd het museum eigendom van de staat. Met de aanstelling van Ignaz von Born als conservator groeide het museum snel uit tot een van de meest vooraanstaande instituten op het gebied van mineralogisch onderzoek in Europa. De zoölogische sectie werd in de achttiende eeuw door keizer Frans I van Oostenrijk toegevoegd. Onder Carl Schreibers, die van 1806 tot 1851 de leiding had, ontwikkelden alle onderdelen van het museum zich tot belangrijke wetenschappelijke centra.