In oktober 1993 vond ik te Wierden (km-hok 238-487) langs een voetpad een kaasjeskruid met zeer kleine bloemen. Determinatie met de Heukels’ Flora¹ deed me – naar later zou blijken ten onrechte – uitkomen op Kleinbloemig kaasjeskruid: de bloemen waren zeer klein en de vruchten hadden een scherp randje. De plant heb ik ter nadere controle aan Pieter Stolwijk afgegeven, maar hij vond toen geen aanleiding om aan mijn determinatie te twijfelen. Publicatie volgde in de Nieuwsbrief FLORON-FWT.² In oktober 1996 vond ik opnieuw een kleinbloemig kaasjeskruid, nu te Vriezenveen (km-hok 238-490). Er stonden zeker 10 exemplaren, bloeiend en vruchtdragend, naast een mestopslagplaats bij de ingang van een perceel aardappelen. De planten waren buitengewoon sterk ontwikkeld, ongeveer 90 cm. hoog. Rondom was veel Grote brandnetel ( Urtica dioica) aanwezig. Weer kwam ik uit op Kleinbloemig kaasjeskruid. Wel hadden de planten uit Wierden en Vriezenveen de zeer kleine bloemen gemeen, maar ze waren voor het overige duidelijk verschillend. De bloemen van de Vriezenveense plant waren zeer klein, de vruchten waren duidelijk gevleugeld en de randen van de vleugels maakten een golvende lijn die duidelijk van de ene vrucht in de andere overging. Dan was er maar een mogelijkheid: ik had nu het echte Kleinbloemig kaasjeskruid (M. parviflora; Fig. 1c) gevonden. Daarmee stond voor mij vast dat de eerder gevonden plant geen Kleinbloemig kaasjeskruid kon zijn. Zou die plant dan Rond kaasjeskruid (M. pusilla) kunnen zijn, de andere soort met zeer kleine bloemen? Dat was echter niet in overeenstemming met een aantal andere kenmerken die in diverse flora’s gegeven worden, zoals lengte van de bijkelkbladen, beharing en netvormige structuur van de vruchtjes, lengte van de vruchtstelen en bewimpering van de nagel. 3 4 5 6 7 8 Het probleem was dat ik geen materiaal of goede tekeningen van Kleinbloemig kaasjeskruid en Rond kaasjeskruid tot mijn beschikking had. Daarom werd bij het Rijksherbarium een publicatie opgevraagd over genoemde kaasjeskruiden. 9 Dit artikel bracht de oplossing. Het bevatte afbeeldingen van de vruchten van enige kaasjeskruiden. Tot mijn verrassing herkende ik twee afbeeldingen onmiddellijk: Klein kaasjeskruid (M. neglecta; Fig. 1b) en Rond kaasjeskruid (M. pusilla; Fig. 1a). Het werd mij duidelijk; ik had een verkeerde uitgangspositie gekozen. Ik had de plant moeten vergelijken met mijn materiaal van Klein kaasjeskruid (M. neglecta). Deze soort vind ik wel vaker rond Vriezenveen. Behalve de zeer kleine bloemen waren de overige kenmerken van de plant in overeenstemming met die van Klein kaasjeskruid (M. neglecta). Veel planten vormen onder bepaalde omstandigheden kleinere bloemen dan normaal. De vondst uit 1993 te Wierden was dus geen Kleinbloemig kaasjeskruid, maar Klein kaasjeskruid. Nu de plant die ik in oktober 1996 te Vriezenveen gevonden had. De afbeelding van de vruchten bracht mij op het eerste gezicht op Rond kaasjeskruid, maar klopten de overige kenmerken ook? De publicatie vermeldde de volgende kenmerken (zie Tabel 1):