De laatste 20 jaar heeft het onderzoek naar broedende roofvogels in Nederland een grote vlucht genomen. Inmiddels zijn daar honderden vrijwilligers en tientallen professionele waarnemers bij betrokken. Hun gegevens worden centraal ingezameld door organisaties als de Werkgroep Roofvogels Nederland (WRN), Samenwerkende Organisaties Vogelonderzoek Nederland (SOVON), Werkgroep Slechtvalk Nederland (WSN) en de Nederlandse Ringcentrale. Zo mooi als dat lijkt, toch zitten er vele addertjes onder het gras. Hoe volledig zijn de karteringen, op welke wijze worden nesten gecontroleerd, wanneer wordt een legsel voltallig genoemd, hoe is het aantal nestjongen bepaald, hoe wordt de vleugellengte van nestjongen gemeten? Daarnaast hebben roofvogelonderzoekers regelmatig te maken met vragen van voorbijgangers, geïnteresseerden en terreineigenaren: waar is al dat klimmen en gestruin voor nodig, verstoren jullie de boel niet, wat doe je met de gegevens, is er al niet genoeg verzameld? Allemaal legitieme vragen waarop niet zo makkelijk een antwoord is te geven.