Studiegebied van 195 km² in cultuurland ten NO van Madrid. Beschrijft methode van voedselonderzoek (braakballen en resten). Hazen erg belangrijk; vroegleggende paren vraten meer Hazen dan latere paren. Broedsucces bovendien gekoppeld aan frequentie waarmee Hazen als prooi bij nesten werden gevonden in periode voorafgaande aan eileg (niet daarna). Tijdens nestjongenfase leek prooiaanbreng door mannetjes aan limiet gebonden, dus niet afhankelijk van broedselgrootte. Had consequenties voor overleving van nestjongen: bij afnemende prooiaanvoer meer sterfte. In nestjongenfase waren vogels de belangrijkste prooi.