Het jaar 1994 zal de boeken ingaan als een uitzonderlijk goed jaar voor dwaalgasten. Niet minder dan vijf nieuwe provinciesoorten voorzagen Groningen van de nodige kwaliteit. Het begon in maart met een Kuifkoekoek in de Oostpolder, die door zeer veel mensen werd gezien. In mei zwom in het Lauwersmeer een Bronskopeend rond en in de vorige Gors werden de Bergfluiter en de Citroenkwikstaart van de Eemshaven in september besproken. Hiernaast werd in 1994 een respectabel aantal andere dwaalgasten gezien. Een opsomming van alle soorten zou te veel worden, maar zeker het vermelden waard zijn: meerdere Koereigers, Zwarte Ibissen bij Stitswerd, Blauwvleugeltaling in de Lauwersmeer, Klein Waterhoen, Gestreepte Strandloper en Grote Franjepoot in de Eemshaven, Kortteenleeuwerikenen Bosgors op Rottumeroog en Krekelzangeren Pallas’ Boszanger (pas de tweede voor de provincie en de eerste in het binnenland) in de stad Groningen. In november werd nog een vijfde nieuwe soort voor Groningen gevonden: Humes Bladkoning Phylloscopus humei. Hiermee kwam het totaal aantal waargenomen (en gedocumenteerde) soorten in de provincie op 327.