De provincie Groningen kent geen rijke ringtraditie. Publicaties over terugmeldingen van geringde vogels hebben in hoofdzaak betrekking op vogels die elders zijn geringd (Boekema et al. 1983). Hierdoor bestaat het gevaar dat ten onrechte wordt geconcludeerd dat uit delen van het broedgebied waar niet wordt geringd ook geen individuen in een bepaald overwinteringsgebied voorkomen. Zo zag van Dijk (1990) vanaf 1987 het aandeel Nederlandse Kokmeeuwen in de stad Groningen aanzienlijk toenemen als gevolg van ringactiviteiten bij Hoogkerk. Sinds 1987 ring ik Kokmeeuwen op het terrein van de Suiker Unie bij Hoogkerk, vooral broedvogels maar ook nog niet vliegvlugge jongen. In dit artikel worden een aantal van de tot nu toe verkregen gegevens uitgewerkt. Het artikel kan ook gezien worden als een aanvulling op het werk van Klaas van Dijk c.s. (van Dijk 1990, van Dijk & Majoor 1995). Hun onderzoek richt zich vooral op Kokmeeuwen die buiten het broedseizoen in de stad Groningen bivakkeren. Dit artikel gaat in op herkomst, plaatstrouw en trek van de broedvogels van Hoogkerk en hun jongen.