De Noordkust, het buitendijkse waddengebied tussen het Lauwersmeer en de Eemshaven, is het grootste natuurgebied in Groningen. Bij een nadere verkenning valt op dat de overgang van kwelders en wadden naar het agrarische achterland nogal hard is. Van oudsher is in de achterliggende polders nauwelijks natuur aanwezig. Ten noorden van de dorpenrij Roodeschool-Hornhuizen is het land vrijwel boomloos, behalve rond de boerderijen. Een uitzondering hierop enkele zijn enkele eendenkooien en een paar piepkleine bosjes langs de zeedijk, ook is er vrijwel nergens open water van enige omvang. Trekvogels, zoals zanglijsters, zie je dan ook midden op de kwelders terug en Roodborstjes kun je aantreffen in kale akkers bij gebrek aan een beter biotoop. Sinds de jaren tachtig zijn op diverse plekken in het binnenland van de provincie door middel van natuurbouw in een van oudsher agrarische omgeving nieuwe natuurgebieden ingericht. Het eerste was het Hondshalstermeer bij Wagenborgen.